Hoe diep moet je plantuien planten?

Plantuien zijn een van de makkelijkste gewassen voor in je moestuin. Ze nemen weinig ruimte in, groeien snel en leveren al na enkele maanden een mooie oogst op. Maar één van de vragen die vaak gesteld wordt is: hoe diep moet je plantuien eigenlijk planten? Het lijkt misschien een klein detail, maar de juiste plantdiepte is belangrijk voor een gezonde groei en een goede opbrengst. In dit artikel leg ik je stap voor stap uit waar je rekening mee moet houden.

Wat zijn plantuien precies?

Plantuien zijn kleine uitjes die speciaal geteeld zijn om opnieuw geplant te worden. Ze zijn vaak al een groeiseizoen oud en worden in het voorjaar of najaar in de grond gezet. Het voordeel van plantuien is dat je niet hoeft te wachten tot ui-zaadjes ontkiemen en opgroeien. Je slaat dus een stap over, waardoor je sneller resultaat hebt.

Daarnaast zijn plantuien robuust en minder gevoelig voor ziektes dan zaaiuien. Voor de beginnende moestuinier zijn ze daarom een ideale keuze.

De juiste plantdiepte

De gouden regel bij plantuien is dat je ze niet te diep en niet te ondiep moet planten. Zet je ze te diep, dan kunnen de uien zich moeilijk ontwikkelen en blijft de bol klein. Plant je ze te ondiep, dan bestaat de kans dat vogels of insecten ze uit de grond trekken of dat ze uitdrogen.

De ideale diepte is zo dat de bovenkant van het uitje nog net zichtbaar blijft boven de grond. Je drukt het uitje dus licht in de aarde, met het puntje omhoog. Op die manier kan de ui makkelijk wortels maken en tegelijkertijd voldoende licht en lucht krijgen.

Afstand tussen de plantuien

Naast de diepte is ook de onderlinge afstand belangrijk. Plantuien hebben ruimte nodig om zich te ontwikkelen tot volle uien. Houd ongeveer tien centimeter afstand tussen de uitjes in de rij en twintig tot dertig centimeter tussen de rijen. Zo krijgen de uien genoeg ruimte om te groeien en voorkom je dat ze elkaar verdringen.

Als je dichter op elkaar plant, krijg je kleinere uien. Dat kan handig zijn als je juist kleine uitjes wilt oogsten, maar voor mooie, grote bollen is voldoende ruimte de beste keuze.

Lees ook: Wanneer kun je het beste plantuien kopen?

De juiste grond en standplaats

Voor een goede groei hebben plantuien losse, goed doorlatende grond nodig. Een zware, natte bodem is minder geschikt, omdat uien niet houden van te veel vocht. Dit kan leiden tot rot of schimmel.

Zorg ook voor een zonnige standplaats. Hoe meer zon je plantuien krijgen, hoe beter ze groeien. In de schaduw ontwikkelen ze zich trager en blijft de opbrengst vaak beperkt.

Verzorging na het planten

Na het planten van de uitjes is het belangrijk om de grond goed vochtig te houden, vooral in de eerste weken. Geef niet elke dag een beetje water, maar liever af en toe een goede hoeveelheid, zodat de wortels dieper groeien.

Verwijder regelmatig het onkruid rondom de plantuien. Uien wortelen namelijk ondiep en kunnen snel verdrongen worden door concurrerende planten. Door het bed onkruidvrij te houden, geef je je plantuien de beste kans om zich te ontwikkelen.

Oogsten op het juiste moment

Plantuien groeien relatief snel. Afhankelijk van het ras kun je ze na een paar maanden al oogsten. Je ziet dat de uien klaar zijn wanneer het loof begint om te vallen en te vergelen. Dat is het teken dat de bol zijn maximale grootte heeft bereikt.

Trek de uien voorzichtig uit de grond en laat ze op een droge, zonnige plek narijpen. Daarna kun je ze lang bewaren op een koele en droge plaats.

Conclusie

Hoe diep je plantuien plant, is dus heel belangrijk voor een goede oogst. Zet ze zo dat de bovenkant van het uitje nog net boven de grond uitsteekt. Houd daarnaast voldoende afstand tussen de uitjes en kies een zonnige, goed doorlatende plek. Met wat zorg en aandacht kun je al snel genieten van een rijke oogst uien uit eigen tuin.

Plantuien zijn een makkelijke en dankbare teelt. Door vanaf het begin goed op de plantdiepte te letten, leg je de basis voor succes. Zo tover jij straks je eigen verse uien op tafel, rechtstreeks uit de moestuin.