
Waarom uien bemesten belangrijk is
Als je zelf uien kweekt in je moestuin, weet je dat een goede oogst niet vanzelf komt. Eén van de sleutels tot stevige, smaakvolle uien is de juiste bemesting. Uien zijn namelijk vrij kieskeurig als het aankomt op voeding. Te veel of te weinig mest kan ervoor zorgen dat ze slecht groeien, snel doorschieten of juist veel loof vormen maar weinig bol. Door gericht te bemesten geef je je uien de beste start én een gezonde ontwikkeling.
Wanneer bemest je uien?
De beste tijd om te bemesten begint al vóór het planten. Je kunt in het vroege voorjaar – als de grond bewerkbaar is – starten met het voorbereiden van je bed. Werk een basisbemesting in de grond met compost of een organische meststof met een laag stikstofgehalte. Te veel stikstof zorgt namelijk voor veel bladgroei en weinig bolvorming, en dat wil je juist voorkomen bij uien.
Lees ook: Kun je bieslookbloemen eten?
Tijdens het groeiseizoen, zo’n 4 tot 6 weken na het planten, kun je nog een keer bijmesten. Gebruik dan een meststof met kalium en fosfor om de bolvorming te ondersteunen. Kies liever voor een natuurlijke, langzaam werkende meststof dan voor kunstmest, want die laatste werkt vaak te snel en onvoorspelbaar.

Welke meststoffen zijn geschikt?
Bij uien moet je opletten dat je geen stikstofrijke meststoffen gebruikt, zoals verse stalmest of kippenmest. Die kunnen de groei van het loof stimuleren, maar remmen de bolvorming en verhogen het risico op schimmelziektes. Beter is het om te kiezen voor compost, oude stalmest (die goed verteerd is), of een specifieke meststof voor wortel- en knolgewassen.
Kies bijvoorbeeld voor:
- Organische moestuinmest met een lage N-waarde (stikstof)
- Vinassekali of Patentkali voor extra kalium
- Beendermeel of lavameel als bron van fosfor en mineralen
Lees ook: Uien kweken
Let op de pH-waarde van de grond
Uien groeien het beste in een neutrale tot licht zure bodem (pH 6,0 tot 6,8). Als je grond te zuur is, kun je wat kalk toevoegen, maar doe dit ruim van tevoren – het liefst in de herfst – zodat het goed kan inwerken. Ook hier geldt: niet overdrijven, want een te hoge pH-waarde belemmert juist de opname van voedingstoffen.
Blijf je uien goed volgen
Na het bemesten is het belangrijk om je uien goed in de gaten te houden. Zien ze er slap of gelig uit, dan kan dat duiden op een tekort aan voeding. Maar wees terughoudend met bijmesten, want uien houden niet van overdaad. Een uitgebalanceerde aanpak levert uiteindelijk de mooiste, stevigste en lekkerste uien op.
Door bewust te bemesten help je je uien aan een gezonde groei, en daarmee jezelf aan een geslaagde oogst. Veel succes met jouw uien!
Lees ook: Stap voor stap je eigen uien kweken