Kool is een populaire groente in de moestuin, en dat is niet voor niets. Of je nu kiest voor witte kool, rode kool, spitskool, boerenkool of savooiekool: ze zijn voedzaam, veelzijdig en goed te bewaren. Toch vinden veel tuiniers kool wat lastig om te kweken. Met de juiste aanpak is het echter prima te doen. In dit blog geef ik je praktische tips om je koolplanten gezond en sterk te laten groeien.

Kies het juiste ras voor jouw tuin

Er zijn veel verschillende koolsoorten, elk met hun eigen kenmerken en groeiperiode. Spitskool groeit snel en is ideaal voor beginners. Boerenkool is winterhard en kun je zelfs na vorst nog oogsten. Rode kool en witte kool hebben wat meer tijd nodig, maar leveren stevige kroppen op die je lang kunt bewaren.

Lees goed de beschrijving op het zaadzakje of etiket van de plantjes. Let vooral op de teeltduur, het zaaimoment en of het ras geschikt is voor vroege of late teelt.

Zorg voor voedzame grond

Kool is een veelvrater. De planten vragen veel voedingsstoffen, vooral stikstof, voor de bladgroei. Werk daarom in het voorjaar goed verteerde compost of stalmest door de grond. Gebruik eventueel ook een organische meststof met een hoog stikstofgehalte. Een losse, goed doorlatende bodem met voldoende voeding geeft de beste resultaten.

Plant kool niet elk jaar op dezelfde plek. Door te rouleren (wisselteelt) voorkom je bodemziekten zoals knolvoet.

Plant op tijd en geef voldoende ruimte

Koolplanten hebben ruimte nodig om goed te groeien. Plant ze niet te dicht op elkaar. Houd bij de meeste kolen een afstand aan van 40 tot 60 cm, afhankelijk van de soort. Spitskool en savooiekool mogen wat dichter bij elkaar staan dan witte of rode kool.

Zorg ervoor dat je op tijd zaait of plant, afhankelijk van het ras. Voorjaarskolen zaai je al in februari-maart voor onder glas, zomerkolen in april-mei buiten. Koop je jonge plantjes? Zet ze dan zo snel mogelijk in de grond, zodat ze kunnen wennen en goed aanslaan.

Kool zaden kopen

Plantjes kopen

Let op plagen en ziekten

Kool trekt helaas ook ongewenste gasten aan. Denk aan de koolvlieg, rupsen van het koolwitje en slakken. Gebruik fijne insectengaas om je planten te beschermen en controleer regelmatig op vraatschade. Handmatig rupsen verwijderen helpt al veel. Je kunt ook kruiden zoals munt of dille in de buurt planten om insecten te weren.

Blijf verzorgen en geniet van je oogst

Houd de grond vochtig, zeker in droge periodes. Geef extra voeding als je merkt dat de groei stagneert. En bovenal: heb geduld. Sommige koolsoorten doen er maanden over, maar als je ze goed verzorgt, word je beloond met een overvloedige en gezonde oogst. Veel succes met jouw kolenteelt!