
Sla kweken in je groententuin
Sla is een van de makkelijkste groenten om zelf te kweken, en in je eigen groententuin smaakt hij vaak veel lekkerder dan uit de supermarkt. Bovendien kun je met een slimme planning bijna het hele jaar door verse sla oogsten. Van knapperige kropsla tot zachte botersla en kleurrijke pluksla: de mogelijkheden zijn groot.
De juiste plek kiezen
Sla groeit het beste op een plek waar hij veel licht krijgt, maar hij verdraagt ook lichte schaduw, vooral tijdens warme zomerdagen. Te veel volle zon in de zomer kan ervoor zorgen dat sla sneller doorschiet en bitter wordt. Kies daarom een plek waar de planten in de middag wat schaduw krijgen, bijvoorbeeld naast hogere groenten zoals bonen of tomaten.

De bodem voorbereiden
Een voedzame en luchtige bodem is de basis voor gezonde sla. Werk in het voorjaar compost of goed verteerde mest door de grond, zodat de jonge planten voldoende voeding krijgen. Sla heeft ondiepe wortels, dus een te zware of verdichte bodem kan de groei belemmeren. Maak de grond daarom goed los en verwijder onkruid voordat je gaat zaaien of planten.
Lees ook: Sla kweken in je moestuin
Welke soorten sla kun je kweken?
In een groententuin kun je allerlei soorten sla kweken. Kropsla is klassiek en vormt een mooie ronde krop. Botersla heeft zachte bladeren met een milde smaak. Pluksla en snijsla kun je meerdere keren oogsten door steeds de buitenste bladeren te plukken. Eikenbladsla en andere bijzondere rassen geven je groentetuin extra kleur en variatie.
Het is slim om verschillende soorten te combineren, zodat je zowel qua smaak als oogsttijd gevarieerd eet.
Lees ook: 5 Tips voor het kweken van sla
Sla zaaien en planten
Je kunt sla direct in de volle grond zaaien, maar ook eerst voorzaaien in een bakje of tray. Voordeel van voorzaaien is dat je jonge plantjes beter kunt beschermen tegen slakken. Zaai de zaden ongeveer een halve centimeter diep en houd de grond vochtig tot ze ontkiemen.
Plant de zaailingen of jonge planten uit met een onderlinge afstand van ongeveer 20 tot 30 centimeter, afhankelijk van het ras. Dit geeft de planten genoeg ruimte om zich goed te ontwikkelen.
Water geven en verzorgen
Sla heeft regelmatig water nodig, zeker tijdens droge periodes. Omdat de wortels ondiep zijn, droogt de grond snel uit. Geef liever vaker kleine hoeveelheden water dan af en toe veel, zodat de grond vochtig blijft maar niet kletsnat wordt.
Om onkruidgroei te beperken en vocht vast te houden, kun je een mulchlaag van stro of grasmaaisel rond de planten aanbrengen.
Beschermen tegen plagen
Slakken zijn dol op jonge slaplantjes, dus bescherm ze direct na het planten. Je kunt bijvoorbeeld slakkenkragen, koperband of natuurlijke barrières zoals schelpen gebruiken. Ook een fijnmazig insectennet helpt om ongedierte op afstand te houden.
Controleer regelmatig op bladluizen of rupsen en verwijder deze handmatig als je ze ziet.
Lees ook: Sla kweken in een kweekbak
Oogsten en genieten
Afhankelijk van de soort kun je sla vaak al binnen 6 tot 8 weken na het zaaien oogsten. Pluksla en snijsla kun je herhaaldelijk oogsten door alleen de buitenste bladeren te nemen, terwijl je kropsla in één keer oogst zodra de krop mooi stevig is.
Oogst bij voorkeur in de ochtend, dan zijn de bladeren knapperig en vol vocht. Bewaar sla in de koelkast in een open zak of bakje, maar eet hem het liefst zo vers mogelijk voor de beste smaak.
Conclusie
Sla kweken in je groententuin is eenvoudig en levert snel resultaat. Met de juiste plek, een goede bodem, voldoende water en bescherming tegen plagen kun je wekenlang genieten van verse, gezonde sla. Door slim te zaaien en verschillende soorten te combineren, heb je bijna het hele seizoen door een heerlijke oogst op je bord.
Lees ook: Hoe moet ik sla kweken?
