
Schimmels op pruimen: wat kun je doen?
Heb je met zorg een mooie pruimenboom in je tuin staan en verheug je je al op een lekkere oogst? Dan is het enorm frustrerend als je ineens merkt dat je pruimen zijn aangetast door schimmel. Gelukkig kun je met een beetje kennis en aandacht schimmels op pruimen voorkomen of beperken. In dit blog vertel ik je wat de meest voorkomende schimmels zijn, hoe je ze herkent én wat je eraan kunt doen.
Hoe herken je schimmels op pruimen?
Er zijn verschillende soorten schimmels die je pruimen kunnen aantasten. De bekendste is Monilia, ook wel vruchtrot genoemd. Deze herken je aan bruine plekken op de vrucht, vaak met wit-grijze schimmelkringen erop. De vrucht wordt zacht, rimpelig en droogt uiteindelijk in, maar blijft vaak aan de boom hangen. Dit worden ook wel “mummiepruimen” genoemd.
Een andere bekende is meeldauw, die je herkent aan een witte, poederachtige aanslag op bladeren en jonge scheuten. Hoewel meeldauw in eerste instantie niet direct je pruimen aantast, verzwakt het de boom, waardoor hij gevoeliger wordt voor andere ziektes en een slechtere opbrengst geeft.
Ook bladvlekkenziekte kan optreden. Daarbij zie je bruine of zwarte vlekken op het blad, wat kan leiden tot vroegtijdig bladverlies.
Lees ook: Wat te doen met je pruimenoogst
Waarom ontstaan schimmels?
Schimmels houden van vochtige omstandigheden. Een nat voorjaar of een regenachtige zomer zijn vaak de ideale omstandigheden voor schimmels om zich te ontwikkelen. Als je boom bovendien slecht gesnoeid is of weinig luchtcirculatie krijgt, verhoogt dat de kans op aantasting.
Een te rijke bemesting, vooral met stikstof, maakt de boom ook kwetsbaarder. Te veel stikstof zorgt voor snelgroeiend, slap blad dat vatbaarder is voor ziektes. En oude, beschimmelde vruchten die aan de boom blijven hangen of op de grond liggen, zijn een perfecte bron van nieuwe infecties.
Wat kun je doen tegen schimmels?
De eerste stap in de strijd tegen schimmels is voorkomen. Zorg dat je boom voldoende lucht en licht krijgt. Dat betekent regelmatig snoeien om dode, zieke of kruisende takken weg te halen. Zo droogt het blad sneller na regen, en krijgen schimmels minder kans om zich te verspreiden.
Verwijder ook altijd aangetaste vruchten direct. Gooi ze niet op de composthoop, want dan verspreiden de sporen zich juist verder. Ruim ook afgevallen bladeren en vruchten op rond de boom, vooral in het najaar.
Als je regelmatig last hebt van schimmel, kun je de boom in het voorjaar behandelen met een biologisch schimmelwerend middel, zoals zwavel of een middel op basis van leesschimmels of natuurlijke bacteriën. Doe dit preventief, vóórdat je symptomen ziet.
Kan ik nog pruimen eten die schimmel hebben?
Als je een pruim hebt met een kleine schimmelplek, kun je het aangetaste deel ruim wegsnijden en de rest eventueel nog gebruiken, bijvoorbeeld in compote of jam. Maar wees voorzichtig: schimmels kunnen mycotoxines produceren die je niet ziet of proeft. Bij twijfel kun je de vrucht beter weggooien.
Lees ook: Waarom geeft mijn pruimenboom geen pruimen?
Kies voor resistente rassen
Sommige pruimenrassen zijn minder gevoelig voor schimmelziektes dan andere. Als je nog een boom moet aanplanten of overweegt een extra exemplaar te zetten, kies dan voor een ras dat bekendstaat als schimmelresistent. Laat je hierover adviseren bij een kweker of tuincentrum.
Schimmelvrij genieten van je pruimen
Een beetje oplettendheid en goed onderhoud aan je pruimenboom kan al een wereld van verschil maken. Door op tijd te snoeien, aangetaste vruchten te verwijderen en je boom gezond te houden, geef je schimmels veel minder kans. Zo kun je blijven genieten van een rijke oogst – zonder bruine vlekken of muffe vruchten. Heb je één keer schimmel gehad? Dan is het extra belangrijk om het seizoen erop preventief te handelen. Je boom (en je smaakpapillen) zullen je dankbaar zijn!
Lees ook: Pruimen kweken