knolselderij in de moestuin

Knolselderij in de moestuin: zo kweek je jouw eigen smaakmaker

Knolselderij is misschien niet de eerste groente waar je aan denkt als je een moestuin begint, maar onderschat deze veelzijdige knol niet. Of je nu houdt van erwtensoep, stoofpotten of frisse salades: knolselderij voegt smaak, textuur én voedingswaarde toe. En het mooie is: jij kunt deze aromatische groente prima zelf kweken in je moestuin. In dit blog vertel ik je hoe je knolselderij succesvol kunt telen en waar je op moet letten.

Waarom knolselderij in je moestuin?

Knolselderij is een groente die rijk is aan vezels, vitaminen (zoals vitamine K en C) en mineralen. Hij groeit langzaam, maar levert je uiteindelijk een flinke knol op die je lang kunt bewaren. Daarnaast kun je ook het loof gebruiken als smaakmaker, net als bij bladselderij. Kortom: een duurzame en nuttige groente in je tuin!

Lees ook: Hoe moet je rabarber bemesten?

Wanneer zaai je knolselderij?

knolselderij in de moestuin

Knolselderij heeft een lange groeiperiode nodig, dus vroeg beginnen is belangrijk. Je zaait het best binnenshuis of in een kasje vanaf februari of maart. De zaadjes zijn klein en kiemen traag, dus wees geduldig. Houd de grond vochtig en warm (rond de 18-20 °C). Na 4 tot 6 weken kun je de jonge plantjes verspenen (overzetten in aparte potjes). In mei – als er geen kans meer is op nachtvorst – mogen ze naar buiten.

Waar plant je knolselderij?

Knolselderij heeft zon nodig om goed te groeien. Kies dus een zonnige plek in je moestuin. De grond moet luchtig, voedzaam en goed vochtdoorlatend zijn. Werk wat compost of goed verteerde mest door de bodem voordat je gaat planten. Laat genoeg ruimte tussen de planten: zo’n 30 à 40 cm is ideaal. Zo krijgen de knollen genoeg plek om te groeien.

Verzorging en onderhoud

Knolselderij houdt van vocht, dus zorg ervoor dat de grond niet uitdroogt. Geef in droge periodes dus voldoende water, vooral tijdens de zomermaanden. Een mulchlaag (bijvoorbeeld van stro of bladeren) helpt om vocht vast te houden. Ook is het goed om af en toe bij te mesten met een stikstofarme meststof.

Wat belangrijk is: hou het onkruid goed weg rondom de plant. Knolselderij groeit langzaam en heeft alle energie nodig om die stevige knol te ontwikkelen. Onkruid haalt die energie weg.

Lees ook: Sla kweken in je moestuin

Wanneer oogsten?

Vanaf oktober, of zodra de knollen een mooie grootte hebben (ongeveer een vuist groot), kun je gaan oogsten. Wacht niet te lang, want vorst kan de knollen beschadigen. Je kunt ze uittrekken of met een spitvork voorzichtig losmaken.

Knolselderij kun je na de oogst goed bewaren op een koele, donkere plek. En dan heb je maandenlang een heerlijke smaakmaker uit eigen tuin. Zeker weten de moeite waard dus!

Veel succes met het kweken van jouw eigen knolselderij!

Lees ook: Sla zaad winnen