Kun je zelf knolselderij kweken?

Knolselderij is een groente die vaak wordt onderschat. Je ziet hem vooral terug in erwtensoep of in winterse stamppotten, maar je kunt er nog veel meer mee doen. Denk aan geroosterde blokjes uit de oven, frisse salades of een romige puree. Veel mensen kopen knolselderij in de winkel, maar wist je dat je hem ook prima zelf kunt kweken? Het vraagt wat geduld en aandacht, maar het resultaat is een smakelijke knol waar je trots op kunt zijn.

Wat is knolselderij eigenlijk?

Knolselderij is een variëteit van selderij die je niet teelt voor het blad, maar voor de dikke knol die onder de grond groeit. Toch kun je ook het loof gebruiken als kruid in soepen of stoofgerechten. Het is dus een veelzijdige plant waarbij niets verloren hoeft te gaan. De knol groeit langzaam en heeft een lang seizoen nodig, waardoor je er vroeg mee moet beginnen.

Zaaien van knolselderij

Als je zelf knolselderij wilt kweken, begin je met zaaien in het vroege voorjaar. Zaai de kleine zaadjes binnen voor, bijvoorbeeld in een zaaibakje of potjes. Ze ontkiemen langzaam, dus wees geduldig. Omdat de zaden licht nodig hebben om te kiemen, bedek je ze slechts heel dun met aarde of druk je ze alleen licht aan. Zodra de zaailingen groot genoeg zijn om te hanteren, kun je ze verspenen en elk in hun eigen potje zetten.

Uitplanten in de moestuin

In mei of juni, wanneer de kans op nachtvorst voorbij is, kun je de jonge planten naar buiten verplaatsen. Kies een zonnige plek met voedzame, vochtige grond. Knolselderij houdt van een constante aanvoer van water en voeding, dus een vruchtbare bodem is belangrijk. Plant de jonge knolselderij met voldoende ruimte ertussen, zodat de knollen zich goed kunnen ontwikkelen.

Lees ook: Het juiste moment om knolselderij te oogsten?

Verzorging gedurende het seizoen

Knolselderij is geen moeilijke plant, maar vraagt wel om regelmaat. Geef in droge periodes extra water, want een tekort aan vocht kan leiden tot kleine of misvormde knollen. Ook een mulchlaag van stro of bladeren helpt om de grond vochtig en koel te houden. Verwijder onkruid rondom de planten, zodat de knolselderij niet hoeft te concurreren om voedingsstoffen.

Wanneer oogst je knolselderij?

Knolselderij groeit langzaam. Pas in de nazomer of herfst zijn de knollen groot genoeg om te oogsten. Je herkent ze aan hun forse formaat en stevige structuur. Met een riek kun je de knollen voorzichtig uit de grond halen. Het loof kun je eventueel nog gebruiken in de keuken. Oogst bij voorkeur vóór de eerste vorst, want kou kan de knollen aantasten.

Lees ook: Knolselderij oogsten en bewaren

Bewaren van de oogst

Na de oogst kun je knolselderij vrij lang bewaren. Op een koele, donkere plek blijft hij wekenlang goed. Je kunt de knol ook verwerken en invriezen in blokjes of puree, zodat je er later in de winter nog van geniet. Zo haal je het maximale uit je oogst.

Waarom zelf knolselderij kweken?

Zelf knolselderij kweken geeft veel voldoening. Het is misschien niet de makkelijkste groente, omdat het geduld vraagt, maar juist daardoor is het eindresultaat extra bijzonder. Bovendien proef je duidelijk het verschil met de knollen uit de winkel: vers uit eigen tuin zijn ze vaak aromatischer en intenser van smaak.

Conclusie: zeker de moeite waard

Kun je zelf knolselderij kweken? Absoluut. Het vergt wat tijd en verzorging, maar het is heel goed mogelijk. Met een vroege start, voldoende water en een voedzame bodem kun je in de herfst je eigen knollen uit de grond halen. Daarmee geef je je moestuin niet alleen een veelzijdige groente, maar ook een heerlijke beloning voor je geduld en toewijding.

Lees ook: Hoe lang moet knolselderij groeien?