
Hoe lang moet knolselderij groeien?
Knolselderij is misschien niet de meest fotogenieke groente uit de moestuin, maar wie eenmaal de smaak te pakken heeft, wil hem elk jaar weer kweken. Die aromatische, knolvormige groente geeft soepen, stoofschotels en stamppotten een heerlijke diepe smaak. Maar als je knolselderij in je moestuin wilt zetten, komt er al snel een praktische vraag om de hoek kijken: hoe lang moet knolselderij eigenlijk groeien voordat je hem kunt oogsten?
De groeiduur van knolselderij
Knolselderij is een groente met geduld. Je zaait hem in het voorjaar, maar pas in de herfst kun je de knollen oogsten. Gemiddeld duurt het 5 tot 6 maanden voordat een knolselderij volgroeid is. Reken dus op een teeltperiode van 150 tot 180 dagen vanaf het moment dat je de jonge plantjes in de volle grond zet.
Dat betekent dat je er vroeg bij moet zijn als je knolselderij wilt kweken. Vaak zaai je al in februari of maart binnen voor, zodat je in mei of juni sterke jonge plantjes in de moestuin kunt uitplanten. Daarna begint de lange groeiperiode, waarin de knol langzaam maar zeker groter wordt.

Zaaitijd en planttijd
Als je in februari of maart binnen zaait, gebruik je het liefst een warme vensterbank of kweekbak. Knolselderij heeft warmte nodig om te kiemen, vaak rond de 18–20 graden Celsius. Zodra de plantjes groot genoeg zijn om te hanteren, verspeen je ze in aparte potjes. Zo krijgen ze de kans om sterke wortels te ontwikkelen.
Rond half mei, na de IJsheiligen, kun je de jonge knolselderijplantjes buiten uitplanten. Vroeg uitplanten is niet slim, want de planten zijn gevoelig voor kou. Als ze in een te koude periode buiten komen te staan, kunnen ze doorschieten en bloemstengels vormen in plaats van knollen.
Lees ook: Kun je knolselderij in september planten?
De groeifase in de volle grond
Eenmaal uitgeplant in de volle grond begint het echte werk: de knolselderij moet langzaam uitgroeien tot een flinke knol. Dat gaat niet vanzelf. Knolselderij heeft namelijk veel voeding en vocht nodig. Het is een zogenaamde “veelvraat”. Je doet er goed aan om de grond vooraf te verrijken met compost of mest en tijdens het groeiseizoen regelmatig bij te mesten met een kaliumrijke meststof.
Ook water geven is belangrijk. Knolselderij houdt niet van droge periodes. Bij te weinig water groeit de knol slecht of blijft hij klein. Zorg dus dat de grond vochtig blijft, zeker tijdens warme zomers.
Lees ook: Het juiste moment om knolselderij te oogsten
Wanneer kun je oogsten?
De eerste knolselderij kun je meestal vanaf september oogsten. De knollen zijn dan groot genoeg om te gebruiken in de keuken. Vaak wacht je echter nog wat langer, tot oktober of november, omdat de knollen dan echt mooi op formaat zijn.
Een bijkomend voordeel is dat knolselderij tegen een beetje kou kan. Je hoeft hem dus niet per se meteen uit de grond te halen. Vaak laat je de knollen gewoon in de tuin zitten tot je ze nodig hebt. Wel is het verstandig om ze te oogsten vóór de eerste echt strenge vorst, anders kan de knol schade oplopen.
Tips voor succes
- Zaai vroeg: begin binnen in februari of maart, zodat je een lange groeiperiode hebt.
- Geef voeding en water: knolselderij groeit langzaam, maar vraagt wel veel verzorging.
- Wees geduldig: het duurt lang, maar je wordt beloond met een grote, aromatische knol.
- Oogst op tijd: wacht tot de knol groot genoeg is, maar laat hem niet bevriezen in de grond.
Conclusie
Knolselderij kweken is een kwestie van lange adem. Vanaf het zaaien in het vroege voorjaar duurt het zo’n zes maanden voordat je een mooie knol uit de grond kunt trekken. Dat klinkt misschien lang, maar het is de moeite waard. Een zelfgekweekte knolselderij heeft veel meer smaak dan de varianten uit de supermarkt en geeft je gerechten een heerlijke, hartige diepte. Dus: begin op tijd, geef je planten voldoende zorg, en geniet in de herfst van een knol die je helemaal zelf hebt grootgebracht.
Lees ook: Knolselderij oogsten en bewaren