Druiven kweken voor wijn: van tuin tot fles

Zelf druiven kweken voor wijn maken is een prachtige uitdaging. Het is een proces dat geduld, zorg en liefde voor de plant vraagt, maar de beloning is uniek: een fles wijn uit je eigen tuin. Druiven zijn al eeuwenlang het hart van wijnproductie, en met de juiste aanpak kun jij thuis ook een wijngaard op kleine schaal beginnen.

De juiste druivensoort kiezen

Niet elke druivensoort is geschikt voor wijn maken, en het klimaat in Nederland speelt daarbij een belangrijke rol. In koelere streken doen vroegrijpe en schimmelbestendige rassen het beter. Denk aan Solaris, Regent, Rondo of Johanniter. Deze rassen rijpen eerder en zijn minder gevoelig voor ziektes zoals meeldauw, waardoor je minder hoeft te spuiten.

Bepaal ook welk type wijn je wilt maken: wit, rood of rosé. Voor witte wijn gebruik je vaak druiven zoals Solaris of Johanniter, terwijl Regent en Rondo populaire keuzes zijn voor rode wijn.

Standplaats en grond

Druiven houden van veel zon en warmte. Kies een plek die minstens zes uur zon per dag krijgt en waar de wind voldoende doorheen kan waaien om schimmel te voorkomen. Een op het zuiden gerichte muur is ideaal, omdat deze warmte vasthoudt en de druiven sneller laat rijpen.

De grond moet goed doorlatend zijn. Druiven houden niet van natte voeten. Zandige leemgrond of kalkrijke grond is perfect, maar je kunt ook compost en wat grof zand toevoegen om de afwatering te verbeteren.

Planten en leiden van druiven

Je plant druiven meestal in het vroege voorjaar of de late herfst. Zet ze ongeveer 1,5 tot 2 meter uit elkaar, zodat ze genoeg ruimte hebben om te groeien. Het leiden van de wijnstok is belangrijk: gebruik draden of een pergola om de ranken te sturen. Dit helpt niet alleen bij het oogsten, maar zorgt ook dat de zon alle trossen goed kan bereiken.

Een klassieke methode voor wijnproductie is de Guyot-methode, waarbij je elk jaar nieuwe vruchtdragende takken opkweekt en oude verwijdert. Dit houdt de plant gezond en zorgt voor een goede druivenopbrengst.

Verzorging en snoei

Druiven hebben jaarlijks snoei nodig om goede wijnkwaliteit te leveren. In de winter verwijder je oude takken en laat je alleen een paar hoofdranken met nieuwe scheuten over. In de zomer snoei je overtollige bladeren en scheuten weg, zodat er meer zon op de trossen komt en de luchtcirculatie beter wordt.

Water geven doe je alleen in droge periodes. Te veel water kan de druiven verwateren en de smaak verminderen. Een beetje stress (droge grond) maakt de smaak vaak juist geconcentreerder.

Oogsten en wijn maken

Het moment van oogsten is cruciaal. Meet het suikergehalte met een refractometer of proef gewoon: de druiven moeten zoet zijn, maar nog wat frisheid behouden. In Nederland valt de oogst meestal in september of oktober.

Na het plukken begint het wijnmaken: de druiven worden gekneusd, het sap vergist en daarna gerijpt. Voor rode wijn laat je de schillen mee gisten voor kleur en smaak. Voor witte wijn verwijder je de schillen direct. Het hele proces kan maanden tot jaren duren, afhankelijk van het type wijn dat je maakt.

Conclusie

Druiven kweken voor wijn is een boeiend proces waarin tuinieren en ambacht samenkomen. Met de juiste druivensoort, een zonnige standplaats, goede snoei en een beetje geduld kun je jouw eigen wijn maken. Het is niet alleen leuk om te doen, maar ook bijzonder om met vrienden en familie een glas te drinken van iets dat je zelf van begin tot eind hebt gemaakt.

Lees ook: Waarom kiezen voor een oude druivenstok?